Hoofdstuk 13

 

'Ah, Jayson, ik had al gehoopt dat ik je hier zou zien.'

'Goeiemiddag, Elsbeth.’ Hij deed een stap bij de schommel vandaan, waar Sammy op zat, en trok een wenkbrauw op. ‘Je wilde mij spreken?'

'Ja, zeker. Is er soms iets gebeurd tussen jou en Romy?'

'Waarom denk je dat?' vroeg hij behoedzaam.

'Omdat Romy zichzelf niet meer is. Die ene dag, toen je met mij had gesproken, ik dacht toen dat je mij duidelijk maakte dat je er over dacht om met Romy te gaan trouwen. Heb ik dat verkeerd begrepen?'

'Eh, nee, dat heb je niet verkeerd begrepen.'

'Heb je het er al met haar over gehad, dan?'

Jayson stak z’n handen in z’n zakken en trok z’n hoofd tussen z’n schouders. 'Ja, diezelfde dag nog.'

'En?' vroeg ze ongeduldig.

Jayson wendde beschaamd zijn blik af en hij voelde zijn wangen rood worden. 'Ze heeft me afgewezen.'

Elsbeth knipperde verrast met haar ogen. 'Ze heeft je afgewezen? Waarom dat dan?'

Jayson haalde ontwijkend zijn schouders op. 'Blijkbaar hebben wij haar allebei verkeerd begrepen en voelt ze niets voor mij.'

Elsbeth fronste even bedenkelijk en schudde toen resoluut haar hoofd. 'Nee, dat bestaat niet. Mijn meisje is dol op jou, dat weet ik zeker. Volgens mij zou ze niets liever willen dan jouw vrouw worden.'

'Blijkbaar niet,' gromde hij licht geïrriteerd, 'Anders had ze mij niet afgewezen.'

'Wat heeft ze dan precies gezegd?'

'Ze zei dat ze het lief vond en dat het haar speet. Toen is ze weggerend.'

Elsbeth vernauwde haar ogen. 'Er moet meer zijn. Heeft ze verder niets gezegd?'

Jayson slaakte een zucht. Hij kon maar beter alles vertellen, eerder zou Elsbeth het toch niet opgeven. 'Ze vroeg waarom ik met haar wilde trouwen.'

'En jouw antwoord daarop, was?' vroeg Elsbeth, al een vermoeden hebbend wat er was gebeurd.

'Ik voelde me een beetje overrompeld door die vraag en zei dat ik dacht dat zij dat wilde.'

'Meer niet?'

'Nee.'

Elsbeth rolde ongelovig met haar ogen. 'Geen wonder dat ze je heeft afgewezen!'

'Hoezo: geen wonder?' sputterde Jayson beledigd.

'Zij denkt dat jij op zoek bent naar een moeder voor Sam en dat je voor haar hebt gekozen, omdat zij ja zal zeggen omdat ze nu eenmaal gek op jou is.' Ze porde hem tussen zijn ribben met haar vinger. 'Waarom heb je haar niet verteld wat je voor haar voelt?'

'Moest dat dan? Ik neem aan dat ik daar al duidelijk genoeg in was door haar ten huwelijk te vragen.'

Elsbeth slaakte een gefrustreerde zucht. 'Mannen!' mopperde ze. 'Was mijn man dan de enige hier op aarde die wist hoe hij een vrouw hoorde te behandelen?'

Jayson gaf daar geen antwoord op, maar hij dacht wel na over wat ze daarvoor had gezegd. 'Denk je echt dat dat de reden is waarom ze me heeft afgewezen?'

'Natuurlijk! Ze vroeg jou waarom jíj wilt dat ze met jou trouwt, ze vroeg niet of je haar kon vertellen wat háár beweegredenen zouden moeten zijn. Zou je met haar willen trouwen als je niet wist dat ze van jou houdt?'

'Nee, natuurlijk niet.'

'Waarom zou zij dat dan andersom wel willen?'

'Maar ik heb haar ten huwelijk gevraagd!'

'O ja? Ben je op je knieën gegaan en heb je gezegd: Romy, ik houd van je, wil je alsjeblieft met mij trouwen want ik kan niet verder leven zonder jou?'

Ondanks de situatie, proestte Jayson toch van het lachen. Dat was wel heel clichématig. 'Nee, Elsbeth, zó heb ik het niet gezegd.'

'Wat heb je dan wel gezegd?' drong ze aan, want nu wilde ze alles weten.

'Ik heb gezegd dat ik denk dat ze weer een man in haar leven nodig heeft, of misschien wel twee. Ze dacht eerst dat ik het over een babysitter had, maar toen maakte ik haar duidelijk dat ik wilde dat ze wettelijk twee mannen in haar leven zou krijgen.'

'Wettelijk…' herhaalde Elsbeth bedachtzaam, waarna ze glimlachte. 'Dat was wel heel lief van je, Jayson, om haar duidelijk te maken dat je ook wilt dat zij wettelijk Sammy's moeder wordt. Het zou denk ik een goed aanzoek zijn geweest, ware het niet dat je haar vraag niet hebt beantwoord op de manier dat zij het graag had willen horen.'

'Maar ik zou haar toch nooit vragen alleen maar omdat ik een moeder zoek voor Sammy?' vroeg hij ongelovig.

'Nee, dat weet ik wel, maar zij niet. Vergeet niet dat jouw aanzoek wel heel onverwacht komt. Het is niet zo dat jullie al een tijdje een relatie hebben of zo. Ik bedoel: ik kan wel zien dat jullie gek op elkaar zijn en waarschijnlijk het hele dorp met mij, maar vergeet niet dat ook jij twijfelde over wat zij voor jou voelt, totdat je het aan mij had gevraagd. Laat me je iets leren over hoe een vrouw in elkaar zit, Jayson: een vrouw heeft het nodig om bevestiging te krijgen, zowel in woorden als in daden. Dus je mag het dan cliché vinden,' Jayson trok zijn wenkbrauwen op alsof hij de onschuld zelve was, terwijl hij eigenlijk onder de indruk was dat ze zijn gedachte zo goed had gelezen, maar Elsbeth stak vermanend haar vinger op. 'Maar als jij met haar wilt trouwen omdat jij net zo gek bent op haar als zij op jou, dan moet je haar dat zeggen en het haar tonen. Nou, ga nu doen wat je moet doen,' spoorde ze hem aan. 'Ik wil graag kleinkinderen krijgen en ik zou het een zegen vinden als ik jouw kleine als de eerste kan rekenen.'

Het laatste compliment bracht een glimlach op Jaysons gezicht, maar toch was hij nog niet helemaal overtuigd. 'Weet je heel zeker dat ze mij alleen maar heeft afgewezen omdat ik niet het juiste antwoord heb gegeven, Elsbeth?'

'Luister naar me, jongen: er woont op het moment iemand bij mij in huis die ik niet als mijn dochter herken en dat is zo sinds de dag dat jij dat aanzoek hebt gedaan. Daarnaast ziet ze er net zo ongelukkig en miserabel uit als jij. Is dat voldoende antwoord voor je?'

Jayson grijnsde, veel meer aansporing had hij niet nodig. Hij boog naar haar toe en drukte een kus op haar wang. 'Ik zou het een voorrecht vinden jou als mijn schoonmoeder te hebben, Elsbeth,' bekende hij, waarna hij Sammy van de schommelstoel tilde en ze samen naar huis gingen. Jayson had een hoop te doen: hij moest eens goed nadenken over hoe hij Romy zou gaan benaderen en wat hij tegen haar zou gaan zeggen. Één ding was zeker: absoluut geen cliché!

 

De volgende avond gluurde Jayson van achter het gordijn naar buiten. Hij had Romy gevraagd om vanavond bij hem langs te komen voor een opdracht. Ze had haar hand opgeheven en haar vinger bij de bel, maar hij hoorde niets. Zij zou de stap moeten zetten, zij zou moeten aanbellen. Hij kon haar toch niet dwingen? Het volgende moment trok ze echter haar hand terug en draaide zich snel om. Ach, barst! Hij snelde naar de gang en gooide de deur open. ‘Romy!’

 

 

 

                                                             Vorige                          Volgende