Hoofdstuk 1

 

Met gesloten ogen zweefde ik door de lucht, heen en weer, steeds hoger. Mijn haren sloegen in mijn gezicht en mijn witte jurk met gele en limoenkleurige bloemen wapperde tussen mijn benen, iedere keer dat ik naar voren schommelde. De zon brandde op mijn gezicht, zorgde voor weer een paar extra sproeten, maar het kon niet mijn lichaam verwarmen. Het was mijn laatste dag thuis, morgen zou ik op kamers gaan in Amsterdam. Voor de zomer had ik mijn VWO diploma afgerond en kon niet wachten om met mijn studie te beginnen. Maar eerst moest ik vandaag nog door zien te komen. Aan de binnenkant van mijn ogen zag ik mijzelf weer dertien jaar terug. Zo lang geleden, maar de beelden bleven altijd zo scherp voor mij alsof het op dat moment plaatsvond. Dezelfde plek, dezelfde schommel, dezelfde zon. Was die plank die als zitje door moest gaan altijd al zo hard geweest? Ik kon me niet herinneren dat ik eerder een houten kont had gekregen. De kleine speeltuin in de wijk was altijd mijn favoriete plek geweest en ik was er elk moment dat ik kon heen gegaan. Hij had de plek nog specialer voor mij gemaakt. Ik was nog maar vijf geweest, hij twaalf. Andere kinderen uit het dorp hadden mij gepest en van de schommel afgetrokken. Huilend had ik weg willen gaan, toen hij eraan kwam. Met gemak had hij de jongens weer van de schommels afgetrokken en ze door elkaar geschud, waarna zíj huilend waren weggelopen. Nee, niet geslagen, daar waren zij te jong voor geweest. En inmiddels wist ik dat hij er ook het hart niet voor had gehad. Maar het maakte niet uit. Hij had mijn hand gepakt en me terug op de schommel gezet. Toen had hij mij glimlachend aangekeken, de tranen van mijn wangen geveegd en speels aan één van mijn blonde staartjes getrokken. Ik had op dat moment niets anders kunnen doen dan hem met grote ogen aanstaren. Hij was niet meteen weggegaan, maar was achter mij gaan staan om mij te duwen. Hij was mijn beschermengel geweest en dat in mijn hart ook altijd gebleven. Dit was de plek geweest waar ik me altijd vrij en gelukkig had gevoeld, maar na vandaag niet meer.

Ik hield mijn benen in, terwijl ik mijn ogen opendeed en om me heen keek. Het was stil, alle kinderen zaten op school. De kinderen die niet naar school hoefden, die waren waarschijnlijk thuis en werden opgedoft door hun moeders, de jongens vol tegenzin en de meisjes juist overlopend van enthousiasme. Zo’n dorp was het wel, iedereen kende elkaar en iedereen zou daarom ook bij de plechtigheid aanwezig zijn.

Met een diepe zucht liet ik me voorzichtig van de schommel afglijden, om splinters te voorkomen in mijn nieuwe jurk. Ik had hem speciaal voor vandaag gekocht, maar ondanks dat ik er gelijk helemaal weg van was geweest, wist ik dat ik hem vandaag niet alleen voor de eerste keer zou dragen, maar ook gelijk voor het laatst. Ik hing mijn cameratas over mijn schouder, pakte mijn handtas en ging op weg.

 

‘Ik ben zo blij dat jij dit nog voor ons wilt doen, Romy, voordat je gaat studeren!’

Samara kneep mijn hand bijna fijn, maar dat vond ik niet erg. Zo bleef ik tenminste alert. Ik forceerde een glimlach en gaf een kneepje terug. ‘Natuurlijk wil ik dit nog doen, ik zou niets liever willen.’ Goed, dat was dan niet helemaal de waarheid, maar het lag wel dichtbij. Hoeveel pijn het mij ook deed, ik gunde het hen. Fotograferen was mijn passie en ik zou ervoor zorgen dat Samara en Jayson de mooiste foto’s kregen om deze dag te herinneren. Stilletjes hoopte ik eigenlijk ook dat het voor mijzelf een helende werking zou hebben. Het aanzwellende tumult van alle familieleden en vrienden beneden, vertelde me dat het moment steeds dichterbij kwam. Een blik op mijn horloge gaf aan dat het vijf voor twee was. ‘Goed, ik ga alvast naar beneden en maak een foto van jou terwijl je de trap afloopt en dan ga ik naar buiten om Jayson op te wachten.’

‘Zit alles wel goed, Romy?’

Met een grijns nam ik Samara in me op, de vraag was overbodig omdat haar moeder de hele tijd om haar heen draaide om te zorgen dat alles goed zat. Ik was allang blij dat Samara niet nog een paar zussen had of hysterische vriendinnen en nichtjes die zich overal mee bemoeiden. Een moeder die alles controleerde was meer dan voldoende. Ik had zelden een bruid gezien die er mooier uit zag dan Samara: een ivoorkleurige jurk die perfect paste bij haar olijfkleurige huid. Geen wijde hoepelrok vanonder, maar een jurk die haar tengere figuur als zijde omhulde. Perfecte donkere krullen die waren opgestoken, een enkele lok loshangend om haar gezicht te omlijsten en kleine diamantjes die tussen ahar haren schitterden. Goudbruine ogen en geen vlekje in het gezicht te bespeuren. ‘Je ziet er schitterend uit en dat weet je. Jayson boft maar met jou.’ Heel even dacht ik een trieste waas over haar gezicht te zien trekken, alsof ze ver weg was met haar gedachten, maar toen glimlachte ze weer en knikte. ‘Ik hoop het. Dank je, Romy.’

Het geluk in haar ogen werd me even te veel en ik omhelsde haar kort om dit te verbergen. Ik had even ruimte en afleiding nodig, alhoewel de enige afleiding die ik had het fotograferen van Samara was. Maar dat dwong me in ieder geval om professioneel te zijn en me niet door emoties te laten overmeesteren. Ik ging naar beneden, schoot een paar plaatjes terwijl Samara de trap afliep en ging toen naar buiten. Jayson was er nog niet en ik was dankbaar voor de korte rust die ik hier ervoer. Ik was erg op Samara gesteld en het was altijd al geroepen dat zij en Jayson zouden gaan trouwen. Samara was namelijk enig kind en haar vader was de eigenaar van de regionale krant. Jaysons vader had, na Samara’s vader, de meeste aandelen in het bedrijf. Jayson zelf werkte ook op de redactie. Het was daarom niet meer dan logisch geweest dat Jayson en Samara zouden trouwen om het bedrijf binnen de familie te houden. Ja, ik weet het, erg ouderwets. Het leek wel alsof dit dorp honderd jaar in de tijd was blijven hangen, wat dat betreft. Toch ging iedereen goed met de tijd mee, zelfs de ouderen hadden tablets en probeerden elkaar af te troeven met hoe goed ze het konden bedienen en welke geweldige foto’s ze wel niet van hun kleinkinderen hadden. Alhoewel iedereen op het huwelijk had zitten wachten, was de aankondiging ervan voor mij toch als een klap in het gezicht geweest. Ik had hen namelijk scherp in de gaten gehouden, maar nooit meer tussen hen kunnen zien dan slechts vriendschap. Ik had mezelf dagenlang in slaap gehuild en was nog meer van slag geraakt toen Samara en Jayson mij hadden gevraagd om hun foto’s te maken. Ik had echter niet kunnen weigeren. De afweging of ik na mijn diploma naar Amsterdam zou gaan voor mijn studie, was hierdoor wel snel gemaakt. Hopelijk zou de studie mij goed doen en zou ik met een lach kunnen terugdenken aan mijn tienerliefde. Op een dag. Maar voorlopig nog niet. 

 

 

                                                                                                  Volgende