Deel 4

 

Met mijn stoel naar het raam gedraaid, zat ik een tijdje naar buiten te staren. Anne-Fleur wilde Moreen en haar man niet tot last zijn en aangezien ze voorlopig nog geen eigen woning zou hebben en mijn huis groot genoeg is, had ze ermee ingestemd bij mij in te trekken. Ik had het aangeboden omdat ik me schuldig en verantwoordelijk voelde. En ja, het was ook eigenbelang: ik wilde haar in de buurt hebben, haar leren kennen. Aan de ene kant voelde het vreemd aan om samen in één huis te wonen, maar aan de andere kant gek genoeg heel vertrouwt. We waren hetzelfde ingesteld, hadden dezelfde denkwijze en humor en dezelfde smaak wat muziek en tv-programma’s betreft. Op die romantische komedie van gisterenavond na dan, waarvan ik vermoedde dat ze hem al tien keer had gezien en ik nog niet één keer, maar daar heb ik mee ingestemd. Ik wilde dat ze zich op haar gemak voelde. Het liefst was ze eergisteren meteen naar haar ouders gegaan voor de confrontatie, maar ik had haar overgehaald daar nog mee te wachten tot we het zelf hadden verwerkt. We begrepen nu in ieder geval waarom we altijd een ‘gemis’ hebben gevoeld. Gisteren had ik vrij genomen en we hebben veel gepraat en gelachen en zij had ook gehuild. Het gaf me een gevoel van machteloosheid die ik maar voor één ander iemand heb gekend. En nu kon ik me niet concentreren op mijn werk.

Er klonk een klik en via de weerspiegeling van het glas keek ik een lang moment naar het silhouet in de deuropening, voor ik mijn stoel omdraaide. Mijn verleden dat ik heb moeten missen, maar wat mijn heden en toekomst zou bepalen. Ik vroeg hem niet binnen en hij zei ook niets, alsof hij hier bij stom toeval terecht was gekomen en zich op een andere planeet bevond waar hij zich geen raad met zichzelf wist.

‘Dag vader,’ verbrak ik uiteindelijk de stilte.

Hij gaf een knikje en deed de deur achter zich dicht. ‘Hallo Floris.’

Hij keek het kantoor rond, naar buiten, naar mijn bureau en uiteindelijk weer naar mij. ‘Ik eh… ik wilde je iets geven.’ Hij haalde een envelop uit zijn zak en legde hem op mijn bureau.

‘Wat is dat?’

‘Iets waar je recht op hebt.’

Onderzoekend keek ik hem aan en uiteindelijk pakte ik de envelop en haalde er een formulier uit. ‘Is dit een grap?’

Hij kuchte en schoof met zijn voet heen en weer. ‘Nee. Zoals ik al zei, je hebt er recht op.’

‘Volgens mij heeft Anne-Fleur er meer recht op.’

‘Jij bent de oudste. En vrouwen moeten zo min mogelijk bij zaken betrokken raken.’

‘Juist.’ Anne-Fleur had me verteld dat ze, vlak nadat ze in verwachting was geraakt van Rosa, door haar man in de steek was gelaten. Of eigenlijk: hij had haar bedrogen, maar was niet van plan geweest het huis aan haar af te staan of haar financieel te steunen. Noodgedwongen was ze bij haar ouders terug ingetrokken, alleen op die voorwaarde zouden zij haar van een maandelijkse bijdrage voorzien. Daarom had ze zo hard werk nodig, zodat ze weer op eigen benen kon staan. Blijkbaar was ze niet goed genoeg om in het bedrijf van haar vader te werken, net zo min als om aandeelhoudster te zijn in het bedrijf. Want ja, dan zou ze stemrecht en invloed hebben. En nu lag er voor mij een document dat zei dat ík veertig procent van de aandelen kreeg. Ik stopte het formulier terug in de envelop en wilde hem bijna teruggeven, maar bedacht me en legde hem in mijn la. ‘Bedankt. Maar als je denkt dat je mij zo kunt afkopen, of-’

‘Nee, dat is het niet.’ Hij maakte een afkappende beweging met zijn hand en ik hield mijn hoofd schuin.

‘Luister, ik weet dat ik een fout heb gemaakt en dat spijt me, maar ik-’

‘Een fout?’ Ik stond op, was hem nu helemaal beu, zo kil en afstandelijk als hij was. Alsof we niets meer waren dan vreemden. En dit was de man waarvan ik me altijd had afgevraagd wie hij was? ‘Eentje maar? Zal ik eens tellen?’ Ik begon te tellen vanaf mijn duim. ‘U heeft uw vrouw bedrogen met een ander. Vervolgens heeft u van haar een tweeling gekregen die u uit elkaar heeft gehaald. Uw dochter heeft u laten opgroeien als de dochter van uw vrouw, waarmee u iedereen maar vooral Anne-Fleur heeft voorgelogen. Onze moeder heeft u afgescheept met een regeling en een spreekverbod. U heeft nooit meer naar haar omgekeken, noch naar mij. En nu staat u hier, als mijn vader, zonder ook maar een greintje belangstelling voor mij te tonen of naar uw dochter te vragen. Volgens mij is dat meer dan één fout en dan weet ik nog niet eens alles. Maar ik weet wel dat u nu net nog een grote fout heeft gemaakt, misschien wel de enige waar u spijt van zult krijgen.’

Hij fronste niet-begrijpend bij mijn laatste opmerking, maar dat zou niet lang meer duren. De aandelen waren voor Anne-Fleur en hopelijk kon ik haar overreden om ze te verkopen. Het zou een klap zijn voor het bedrijf, maar hopelijk nog meer voor hemzelf.

‘Eigenlijk wil ik niets met u te maken hebben, maar ik wil graag nog één ding weten. Daar heb ik recht op. Wíj hebben daar recht op.’ Hij gaf slechts een kort knikje en ik liep om het bureau heen, zodat ik hem van dichtbij kon aankijken. ‘Waarom?’

Hij wendde zijn blik af en keek naar buiten. ‘Mijn vrouw kon geen kinderen krijgen. Toen Anne zwanger raakte en bleek dat zij een tweeling zou krijgen, hebben we een afspraak gemaakt: wij zouden het meisje krijgen. Dat was de voorwaarde van mijn vrouw, waarschijnlijk om mij te straffen omdat ze wist hoe graag ik een zoon wilde.’ Hij haalde zijn schouders op en keek me weer aan. ‘Hoe dan ook, jouw moeder ging akkoord. Ze had het geld nodig.’

‘Waarom bent u niet bij uw vrouw weggegaan? U hield blijkbaar niet van haar, of in ieder geval niet genoeg.’

Hij haakte een vinger achter zijn stropdas om hem wat losser te trekken en keek nu naar zijn voeten, terwijl hij op zijn hakken leunde, toen op zijn tenen, en weer terug. ‘Ik had de connecties van mijn vrouw nodig. Haar vader zou mij kapotmaken als ik bij haar wegging.’

Ik probeerde langzaam in en uit te ademen terwijl ik naar de man keek op wie ik zoveel leek, maar van wie ik godzijdank niet het karakter had geërfd. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat iemand zijn carrière en status, voor zijn kinderen zou laten gaan. Ik had er zelf alles voor over om een eigen gezin te hebben. ‘Juist.’ Ik liep naar de deur en opende hem. ‘Bedankt voor de informatie, maar als u het niet erg vindt, ik heb het nogal druk.’

‘Natuurlijk.’ Hij liep langs me heen, maar bleef in de deuropening nog even staan. ‘Denk je dat we een keer zouden kunnen praten?’

Ik keek naar de muur achter hem en wilde eigenlijk nee zeggen, maar haalde in plaats daarvan mijn schouders op. ‘Wie weet. Ooit.’

‘Goed. Ik wil wel dat je weet, dat ik van je moeder hield.’

Voor het eerst hoorde ik enige emotie in zijn stem en tot mijn verbazing zag ik het in zijn ogen gereflecteerd toen ik hem aankeek. Voor een fractie van een moment, deelden we het zelfde leed om dezelfde vrouw. Waarschijnlijk het enige dat we ooit met elkaar gemeen zouden hebben. Toen verliet hij de kamer en ik deed de deur achter hem dicht. ‘Ja. Zij ook van u.’

 

‘Geloof je hem?’

We stonden voor het graf van onze moeder en Anne-Fleur legde een bos bloemen naast een vrij verse bos rozen. ‘Ja. Hij heeft jou niet voor niets naar haar vernoemd.’

‘Het verklaart waarom mijn moeder mij altijd Fleur noemt en mijn vader Anne.’

‘Inderdaad.’ Ik gebaarde naar de rozen. ‘Die moeten ook van hem zijn, want ik heb nog nooit van iemand anders bloemen zien liggen.’

Anne-Fleur slaakte een diepe zucht. ‘Vijf dagen geleden wist ik nog niet dat ik een broer had, twee dagen geleden accepteerde ik dat ik een grote zus was en nu blijkt dat ik juist een grote broer heb.’

Ik legde grinnikend een arm om haar heen. ‘Trek het je niet aan, het zijn maar elf minuten verschil. Ik zal het je niet je hele leven inwrijven.’

‘Gelukkig.’

‘Hoogstens de helft ervan.’

Dat leverde me een elleboogstoot in mijn zij op, maar ze lachte wel. ‘Ik vind het jammer dat ik haar niet heb gekend.’

‘Dat vond zij ook.’

‘Heeft ze dat gezegd?’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ze heeft me nooit over jou verteld, maar soms als ze naar mij keek, leek het alsof ze iets zocht dat ze niet kon zien. Dan zag ik een blik van spijt en gemis. Nu begrijp ik dat ze jou probeerde te zien.’

Ze legde haar hoofd tegen mijn schouder en ik voelde haar lichaam zachtjes schokken. Ik wreef met mijn hand over haar arm en drukte een kus op haar slaap. Ze had veel te verwerken, maar we zouden het wel redden. Het was gewoon bizar, het ene moment was je alleen, het volgende had je door een sollicitatiegesprek ineens familie. Onze band was ongelooflijk snel gegroeid, alsof het er altijd al was geweest, en zou nooit meer verbroken worden.