Deel 3

 

Ik staarde naar mijn telefoon die langzaam een rondje trilde op de tafel.

‘Moet je niet opnemen?’

‘Nee.’

‘Je weet niet wie het is.’

Dat wist ik wel. Ik voelde het gewoon. De afgelopen drie dagen was ik continu gebeld, voor het merendeel door mijn ouders en een paar keer door een onbekend nummer. Dat onbekende nummer kon maar van één iemand zijn. Moreen schoot naar voren en nam de telefoon op.

‘Moreen, nee!’

‘Hallo?’

Ik probeerde de telefoon van haar af te pakken, maar ze draaide zich van me weg en weerde me met haar arm af.

‘Nee, u heeft wel het juiste nummer gebeld. Ik ben Moreen, een vriendin van Anne-Fleur… Nee, ze is even- o, wacht, daar komt ze net aan. Momentje alstublieft.’ Ze draaide zich weer naar me toe, maar ik deinsde achteruit en schudde mijn hoofd.

‘Praat met hem,’ fluisterde ze, met haar hand over het spreekgedeelte.

‘Nee.’

‘Hij is je bróer.’

Ze duwde de telefoon in mijn hand en met tegenzin bracht ik hem naar mijn oor. ‘Met Anne-Fleur.’ Er viel een stilte en ik keek naar mijn scherm om te zien of de verbinding soms was verbroken. Dat was niet zo. ‘Hallo? Floris?’

‘Eh, ja. Sorry. Met Floris. Ik eh… Gaat het wel goed met je, Anne-Fleur?’

‘Uitstekend.’

‘Gelukkig.’ Aan de toon in zijn stem kon ik horen dat hij het niet geloofde, maar het wel accepteerde.

‘Anne-Fleur, wil je alsjeblieft iets met mij afspreken om te praten? Al is het maar één keer. Als je daarna niets meer met mij te maken wilt hebben, zal ik dat accepteren, maar… alsjeblieft?’

Ik keek naar Moreen, die praktisch met haar oor tegen de telefoon meeluisterde, en die knikte heftig. ‘Vind je het goed als ik iemand meeneem?’

‘O. Ja, nou ja. Als jij dat wilt.’

‘Dat wil ik.’ Moreen trok afkeurend met haar mond, maar dat interesseerde me niet. Zij wilde dat ik dit deed, dan ging ze maar mee ook.

‘Goed dan. Wanneer zou je kunnen?’

De gretigheid klonk door in zijn stem en ik voelde me week worden. Hij was verwekt toen mijn moeder zwanger was van mij, dat maakte hem mijn jongere broer. Ik was een grote zus. En mijn broertje had mij nodig. Ik wierp een blik op de klok, het was elf uur. ‘Over een uur bij café de Kroon?’

‘Prima!’

Met een zucht drukte ik het gesprek weg. Moreen keek mij met een brede grijns aan. ‘Ben je nu tevreden?’

‘Heel erg.’

 

Toen we bij het café aankwamen, zat Floris al op ons te wachten. Hij zat met het bestek en zijn glas te schuiven, terwijl hij steeds om zich heen keek. Waarschijnlijk zat hij er al een tijdje, want zijn glas drinken was al bijna leeg. Zodra hij mij zag, sprong hij overeind. ‘Anne-Fleur.’ Hij wreef met zijn handen langs zijn broek en stak toen zijn hand uit. Het voelde vreemd, maar ik accepteerde hem toch. Allemachtig, wat was die vochtig. Was hij echt zo nerveus?

‘Hallo, ik ben Moreen. Leuk je te ontmoeten.’

Ik zag zijn schouders gelijk iets ontspannen en zijn mondhoeken krulden voorzichtig op. Hij was zo netjes gekleed, dat ik bijna zou denken dat hij een sollicitatiegesprek had, of op audientie moest. Voor zijn gevoel waarschijnlijk dat laatste en ik kreeg medelijden met hem. Hij voelde zich beter op zijn gemak bij Moreen, dan bij mij, zijn eigen zus. Hij kon hier allemaal niets aan doen, maar ik had me gedragen alsof hij lepra had.

‘Ga zitten.’ Hij gebaarde naar de stoelen en keek toen naar mijn draagzak. ‘Zal ik haar van je overnemen?’

Ik keek naar Moreen, alsof die beslissing aan haar was, en die haalde haar schouders op. ‘Goed.’

Hij tilde Rosa uit de draagzak en ging met haar zitten.

‘Je hebt een mooie dochter.’

‘Dank je.’ Ik deed de draagzak af en zodra we zaten, kwam de ober eraan om onze bestelling op te nemen.

‘Hoe heet ze?’

‘Rosa.’

‘En een mooie naam. Hoe oud is ze nu?’

‘Viereneenhalve maand.’ Het viel me op dat hij alleen maar naar Rosa keek en niet naar mij. Rosa keek hem onderzoekend aan, wipte op en neer op zijn schoot en lachte naar hem. Voor haar was er niets raars. ‘Het feit dat ik alleenstaand moeder ben, zal wel in mijn nadeel werken voor de sollicitatieprocedure. Als ik uberhaupt nog mee doe.’

Nu keek hij mij eindelijk weer aan en hij trok een wenkbrauw op. ‘Ik zou niet weten waarom niet. Je bent een prima kandidaat.’

Ik beet op mijn onderlip. ‘Ondanks alles?’

‘Dat maakt geen verschil. Niet voor mij. En wij nemen juist graag mensen zoals jij aan, vrouwen die worden gediscrimneerd omdat ze moeder zijn.’

Ik wist niet goed wat ik moest zeggen en nam een slok van mijn water. ‘Hoe ben je eigenlijk in dit bedrijf terechtgekomen?’

‘We hebben het samen opgestart.’

Hij begon uitgebreid te vertellen en ik voelde me steeds meer ontspannen. We draaiden om de situatie heen, blijbaar beide bang voor de consequenties. Tot Moreen haar koffie en broodje op had en opstond. ‘Ik geloof dat ik jullie nu wel alleen kan laten. Zal ik Rosa meenemen?’

Het idee alleen achter te blijven met Floris, zorgde dat ik het benauwd kreeg, maar toch knikte ik.

‘Bel maar als ik je moet ophalen.’

‘Goed.’

Floris knuffelde Rosa nog even en gaf haar toen aan Moreen. ‘Ik kan gewoon niet geloven dat ik ineens een zus heb en tegelijk oom ben,’ zei hij, terwijl hij hen nakeek. ‘Ze is geweldig.’ Toen plaatste hij zijn armen op tafel en boog voorover. ‘Zullen we het er nu dan toch maar over hebben?’

‘Oké.’Ik staarde naar mijn glas en draaide hem rond tussen mijn handen.

‘Anne-Fleur, er is iets dat ik je moet vertellen, maar ik weet niet goed hoe.’

‘Het kan nooit erger zijn dan ik al weet.’ Er viel een stilte en die hield zo lang aan, dat ik uiteindelijk opkeek. De blik in Floris’ ogen was moeilijk te pijlen, het leek alsof heel veel gedachten en gevoelens om de voorrang streden. ‘Wat?’

‘Ik had de gelijkenis tussen ons wel gezien, maar ik besefte niet hóe sterk die was totdat Renald me er op wees. Toen herinnerde ik me iets dat ik op jouw c.v. had gezien, maar nog niet bij had stilgestaan.’

‘Floris… wat probeer je me te zeggen?’

Nu was hij degene die naar zijn glas keek en hem ronddraaide. ‘Heb je enig idee hoe jij aan jouw naam bent gekomen?’

‘Mijn moeder vond de naam Fleur mooi en mijn vader Anne.’

‘Het gaat verder dan dat. Mijn moeder heette Anne.’

Mijn mond viel open en ik hapte naar adem. Hij keek me weer aan en in zijn ogen las ik dat de echte klap nog moest komen.

‘Ik ben naar pa vernoemt en jij naar mijn moeder, omdat wij meer zijn dan zomaar broer en zus.’

Hij haalde zijn paspoort uit zijn binnenzak, vouwde hem open en gaf hem aan mij. Ik vond al snel de informatie waar het om ging en ik staarde ernaar tot mijn blik wazig werd. Mijn handen trilden, mijn lichaam begon te shaken. Alles om mij heen vervaagde en ik hoorde alleen nog maar mijn tanden klapperen en mijn oren suizen. ‘Mijn god. Dit kan niet waar zijn,’ fluisterde ik.