Proloog

 

Mike keek in zijn achteruitkijkspiegel toen hij de sirene hoorde en zag een brandweerwagen op hem afkomen. Snel zette hij zijn auto aan de kant zodat de wagen voorbij kon gaan en trok toen weer op. Brand op dit tijdstip van de avond? Hij hoopte dat het geen woning was en al helemaal niet dat mensen er door zijn overvallen. Vermoeid wreef hij over zijn gezicht. Hij verlangde ernaar om naar huis te gaan, naar zijn vrouw en dochter. Normaal zou hij rond dit tijdstip gewoon thuis zijn, maar er was geen mogelijkheid geweest om de vergadering op een ander tijdstip te houden. Het irriteerde hem, maar voor één keer had hij er geen probleem van gemaakt. Gelukkig zou hij over een minuutje alweer thuis zijn. Zijn blik ging richting de plek waar hun huis stond en hij fronste toen hij daar dikke rookwolken zag. Hij trapte het gaspedaal verder in en toen hij hun straat indraaide, scheurde hij er bijna doorheen. Hij moest echter al snel boven op de rem doordat de hele straat vol stond met mensen en de schrik sloeg hem om het hart toen hij zag dat de brandweerauto die hem net nog voorbij was gereden, nu voor zijn huis stond. Hij sprong de auto uit en rende naar zijn huis toe. Voor een paar seconden bleef hij als verlamd voor het huis stilstaan, starend naar de vlammen die beneden in de woonkamer zichtbaar waren en de rookwolken die door de ramen van de slaapkamer naar buiten kwamen. De slaapkamer… Yrina!

‘Mike!’

Mike voelde hoe iemand aan zijn mouw trok, maar hij keek niet om. Het enige wat hij kon uitbrengen was een schorre fluistering. ‘Yrina… Lily…’

‘Ik heb ze niet gezien…’

Het klonk als een holle echo, maar het was alles wat er voor Mike nodig was. Hij sprintte naar de voordeur en haalde zijn sleutels tevoorschijn.

‘Meneer! U kunt niet naar binnen!’

‘Mijn vrouw en dochter zijn daar binnen!’

‘Het spijt me, meneer, maar…’

Mike duwde de arm die hem tegenhield woest weg en opende de deur. Mike werd gelijk overvallen door een deken van rook dat het huis uitkwam en hem bijna overmeesterde. Het was genoeg om de brandweerman een stap opzij te laten doen, maar Mike liet zich niet tegenhouden. Hij sloeg zijn arm voor zijn mond en verdween het huis in.

‘Menéér!!’ De roep van de brandweerman achter zich, die zijn collega’s toeriep dat ze moesten komen omdat Mike naar binnen was gegaan, hoorde hij niet eens meer. Hij kon nergens aan denken, voelde niet hoe de hitte van het vuur dat in de kamer woede hem omarmde en merkte het niet eens dat zijn keel begon te branden en zijn ogen begonnen te tranen. Het enige waar hij nog aan kon denken, was dat hij zijn vrouw en dochter moest redden. Als een bezetene stormde hij Yrina’s kamer in. Ze lag op bed en voor een seconde voelde hij opluchting door zich heen stromen. Ze was in orde, ze sliep alleen. Toen hij echter bij het bed neerknielde en haar probeerde wakker te maken, kwam er geen reactie en de schok kwam honderd keer zo hevig terug. ‘Yrina?’ Hij schudde haar aan haar schouders, maar het enige wat er gebeurde was dat haar hoofde slap opzij rolde. ‘Yrina! Néé!! Nee, je mag niet doodgaan! Alsjeblieft, liefje, blijf bij me!’

‘Meneer, kom met ons mee.’

‘Néé! Ik ga hier niet weg zonder haar!’

De brandweerman, die heel goed begreep dat hij op dit moment beter niet kon zeggen dat ze al te laat waren, probeerde Mike te overreden verstandig te zijn. ‘Wij brengen haar naar buiten, maar nu moet u hier weg.’

Mike schudde vertwijfeld zijn hoofd.

‘U moet, meneer! Als u nu niet weggaat, moet u straks zelf in de ambulance weggebracht worden. Wij nemen haar nu mee.’ Een van zijn collega’s voegde de daad bij het woord en tilde Yrina van het bed.

Mike knipperde verwoed met zijn ogen en merkte nauwelijks dat de brandweerman een kap voor zijn mond hield om hem aan lucht te helpen. Lily! Met een wilde beweging sloeg hij het kapje weg en duwde hij de brandweerman opzij. De rook was dikker geworden en hij sprintte nu op de tast door de gang naar Lily’s kamer. ‘Lily!’ hij voelde met zijn handen om zich heen tot hij haar ledikantje vond. Hard hoestend boog hij zich voorover en tilde haar uit haar bedje. Maar ook haar lichaam was slap. ‘Lily?’ Hij legde een hand tegen haar gezicht, maar er was geen enkel teken dat ze nog leefde. ‘Nee…’

‘Meneer, kom met ons mee.’ De brandweerman was hem gevolgd en trok aan zijn arm.

‘Nee! Néééé!!!’ Hij zakte door zijn knieën op de grond en schreeuwde het uit van verdriet, met Lily dicht tegen zich aangeklemd. Zijn kreet was zelfs op straat te horen en niemand hoefde zich af te vragen waarom. Er viel een geschokte stilte, het enige wat de mensen nog hoorden, was het vuur dat het huis van binnenuit verwoestte en de herinneringen uitwiste.

‘John, we moeten nu weg. Het vuur kan elk moment door de kamer heen de gang in gaan.’

John knikte naar zijn collega. ‘Neem jij de baby, neem ik hem mee.’

‘Prima.’

Voor ze echter iets konden doen, begon Mike hard te hoesten en viel toen op z’n zij op de vloer, met zijn dochter tegen zijn hart gedrukt.

Onderwerp: Proloog

Geen commentaar gevonden.

Nieuw bericht