Deel 3

 

Ik had mijn plekje hier in de hoek van de bar gevonden en opgeëist. Het was de beste plek om alles te overzien, maar niet gelijk gezien te worden. Als hij echt een creep was, zou ik vanaf hier ongezien via de achteruitgang kunnen verdwijnen. Als hij echter vrij normaal leek te zijn, was het wel zo eerlijk om hem een kans te geven. Of in ieder geval om gewoon het gesprek met hem aan te gaan, zodat hij alle moeite niet voor niets had genomen. En ik ook niet. Ik had een witte halterjurk aangetrokken, met een uitwaaiende rok, die mijn gebruinde huid goed deed uitkomen. Ik vond deze afspraak dan wel niets, maar ik voelde me toch vreemd nerveus. Het was uiteindelijk toch een eerste afspraakje. Hoe zou hij zijn? Blond, of donker? Bruine ogen, of blauwe? Als hij maar niet donkerblond was met groene ogen, zoals Noah. Daarom had ik een tequila besteld, om moed te verzamelen.

Ik sloeg mijn benen over elkaar, zette een voet op de voetensteun en wiebelde met mijn gekruiste been heen en weer. De vrouw op de kruk naast mij keek om en wierp een blik op mijn benen. Ik trok alleen maar een wenkbrauw op. Als het haar stoorde, moest ze maar ergens anders gaan zitten. Alhoewel… het café was bijna helemaal vol met mensen die aan het eten waren of aan de bar zaten om iets te drinken. Sterker nog, er was nog maar één tafel vrij. Het was altijd druk bij Fredo’s, ze stonden bekend om hun heerlijke steaks. Op de tafel stond een bordje met gereserveerd. Het leek mij dat mijn date wel gereserveerd moest hebben, als hij bekend was met Fredo’s. Ik gebaarde naar de barman dat ik nog een tequila wilde. De deur van het café ging open en daar liep de persoon binnen die precies voldeed aan mijn omschrijving van de krielhaan. Minus de beugel, hopelijk. Zonder om zich heen te kijken, liep hij naar de bar en hees zich op een kruk. Moest hij niet aan de gereserveerde tafel gaan zitten? Hij hief zijn hand op naar de barman, die gelijk een biertje voor hem tapte. Blijkbaar kwam hij hier vaker. Ik keek het café nog eens rond, maar niemand anders zou mijn mogelijke date kunnen zijn en het was toch al bijna zeven uur. Moed verzamelen. Ik pakte mijn tequila en net toen ik de inhoud achterover sloeg, ging de deur van het café opnieuw open. Ik verslikte me en proestte de tequila weer uit. Ik hoestte als een gek en voelde een hand op mijn rug kloppen.

‘Gaat het, Liv?’

O, nee. Hij was het echt. De vrouw naast mij keek me met een blik vol afschuw aan. Toen keek ze naar degene die op mijn rug had geklopt en de afschuw maakte plaats voor jaloezie. Het interesseerde me niet. Mijn aandacht werd vastgehouden door die intens groene ogen die mij verbaasd aankeken en ik voelde mijn wangen warm worden.

‘Liv, wat doe jij hier?’

Hij keek om zich heen, alsof hij degene zocht met wie ik hier was. Mijn hemel, dit ging gênant worden. ‘Ik, eeh… ik wilde alleen even wat drinken.’

‘In je eentje?’

‘Ja.’ Ik hoopte maar dat ik overtuigend genoeg klonk. Zijn blik gleed over mij heen, langs mijn blote benen naar mijn voeten in hooggehakte sandaaltjes. Toen keek hij mij weer aan en hield hij zijn hoofd scheef.

‘Weet je zeker dat je geen afspraak hebt?’

‘Ja, ja. Heel zeker.’ Ik knikte heftig, om mijn woorden kracht bij te zetten. De aardige barman had een nieuw glas tequila voor me neergezet en ik dronk hem snel leeg. Alles om hem maar niet te hoeven aankijken. ‘En wat doe jij hier, Noah? Heb jij wel een afspraak?’

‘Ja, eigenlijk wel.’

Zijn wangen kleurden licht rood. Ondanks de dreun in mijn maag die zijn woorden veroorzaakten, deed die rode kleur mij goed. Ik was dus niet de enige die zich opgelaten voelde. Hij wreef met zijn hand over zijn nek, keek het café weer rond en wierp een blik op zijn horloge.

‘Ik zou hier om zeven uur iemand ontmoeten.’

‘Zeven uur?’ herhaalde ik, terwijl ik een zachte bel hoorde afgaan.

‘Ja. Zie je, ik heb… nou ja, Lars heeft mij…’ Hij slaakte een zucht, sloot even zijn ogen en schudde zijn hoofd. ‘Laat maar. Ik kan maar beter naar mijn tafel gaan, mijn afspraak kan elk moment binnenkomen. Fijne avond, Liv.’

Ik zei niets terug. Er lag een spijtige blik in zijn ogen voor hij zich omdraaide en de bel klonk steeds luider en wilde maar niet stoppen. Ik zou het gelijk weten als hij het was, had Saskia gezegd. O. Mijn. Hemel. Maar Saskia had hem aan de lijn gehad. Dan moest hij toch weten dat ik het was? Tenzij… Ik keek toe hoe hij aan de gereserveerde tafel plaatsnam. Hij staarde naar buiten, keek op zijn horloge, en toen weer naar buiten. Hij keek absoluut niet mijn kant op, maar toch had ik het gevoel dat hij me in de gaten hield. Toen gebeurde het. Langzaam, alsof een film in slowmotion werd afgespeeld, draaide hij zijn hoofd mijn kant op. Tussen alle gezichten aan de bar door keek hij me aan. Hij knipperde een keer met zijn ogen en ik zag het ongeloof erin verschijnen. Mijn hart begon als een razende tekeer te gaan, als een tikkende tijdbom, terwijl hij opstond en naar mij toeliep. Voor elke stap in mijn richting, leek hij er twee achteruit te doen. Toch stond hij ineens voor mij.

‘Liv?’

Ik slikte. ‘Ja?’

‘Ben jij hier vanavond voor een afspraak?’

Nu moest ik wel eerlijk zijn. ‘Ja.’

‘Heb jij gereageerd op een advertentie?’

‘Dat hangt er vanaf. Heb jij een advertentie geplaatst?’

‘Lars. Namens mij.’

‘Saskia heeft gebeld. Namens mij.’

‘O, God.’

Alles viel op z’n plek. Alle rariteiten en vaagheden van Saskia vanmorgen. We waren erin geluisd. En toen sloeg de paniek toe. Wat moest Noah in vredesnaam wel niet van mij denken? Mijn ogen schoten heen en weer door de bar, opzoek naar een manier om te ontsnappen. ‘Het spijt me, Noah. Het spijt me vreselijk! Ik wist niet dat-’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik ben al weg.’ Ik sprong van de barkruk, maar in plaats van elegant bij hem weg te lopen, wankelden mijn benen door de tequila en viel ik voorover. Tegen Noah aan. Ik slaakte een gefrustreerde kreet. Kon het nóg gênanter? ‘Sorry.’ Ik probeerde mijn evenwicht te hervinden en alsnog langs hem heen te lopen, maar Noah hield me bij mijn armen vast.

‘Ho, Liv, wacht even! Waarom wil je nu ineens weg?’

‘Omdat dit gênant is, natuurlijk. Ik wist hier niets van, Noah, echt waar niet. Je moet me geloven!’ Ik keek hem aan vanonder mijn neergeslagen wimpers en tot mijn verbazing zag ik een geamuseerde glimlach op zijn gezicht. Zijn groene ogen twinkelden en ik voelde me week worden van binnen. Hij mocht mij zo niet aankijken. ‘Waarom lach je?’

‘Omdat dit helemaal niet gênant is.’

Ik trok mijn wenkbrauwen omhoog en hij haalde zijn schouders op.

‘Goed dan, misschien een beetje. Maar jij wist hier niets van en ik ook niet. Lars heeft me die advertentie praktisch opgedrongen en ik heb er alleen maar mee ingestemd omdat ik…’

‘Saskia heeft het mij ook opgedrongen,’ zei ik, toen hij zijn zin niet afmaakte.

‘Blijkbaar proberen ze ons te koppelen.’

Ik uitte een lach die mij zelf nogal hysterisch in de oren klonk. ‘Waarom zouden ze dat in vredesnaam doen?’

‘Misschien omdat mijn vriend mij beter heeft doorzien dan ik had gedacht.’

Ik haalde diep adem en kon niets anders doen dan hem aanstaren. Alsjeblieft, vul die gedachte aan. Ik wilde wel gaan gillen. Wat had Lars doorzien?

‘Om heel eerlijk te zijn, Liv, ben ik al een tijdje verliefd op jou.’

Mijn mond viel open en ik hapte nu hoorbaar naar lucht. ‘Dat meen je niet,’ fluisterde ik.

‘Waarom niet?’

‘Je hebt nog nooit aandacht aan mij geschonken. Niet op die manier.’

‘Nee, dat klopt. Ik wilde jou niet wegjagen, omdat jij geen gevoelens hebt voor mij. Dat dacht ik tenminste. Maar ik geloof niet dat Saskia dit jou zou aandoen, als jouw gevoelens niet wederzijds zouden zijn.’

Hij liet één arm los en hief zijn hand om een lok haar achter mijn oor te strijken. Zijn vingers voelden warm aan en ik kreeg de neiging mijn hoofd te kantelen om zijn hand tegen mijn wang te voelen.

‘Heb ik gelijk, Liv?’

In zijn ogen, die prachtige groene ogen, zag ik dat hij het meende en ik knikte. En toen had ik het geluk dat hij niet één hand tegen mijn wang legde, maar beide handen.

‘Ik wil het je horen zeggen, Liv. Eerder geloof ik het niet. Eerder kán ik het niet geloven.’

Dit was nog enger dan een achtbaan. Daar durfde ik niet in, maar dit moest ik toch doen. En wat kon me gebeuren als Noah mij vasthield? ‘Ja, Noah, je hebt gelijk.’

Er verscheen een glimlach op zijn gezicht die ik nog nooit had gezien. Het zocht een weg door mijn longen, naar mijn hart en mijn blik werd wazig.

‘Ik geloof het pas echt,’ fluisterde hij, zijn hoofd naar mij toebuigend, ‘Als ik… Mag ik je kussen, Liv?’

O ja. Ja, absoluut! Ik knikte als een greitg klein kind en hij lachte. Zijn lippen raakten de mijne en ik sloeg mijn armen rond zijn hals. Hij liet zijn armen zakken en trok me tegen zich aan. Ik wilde hem niet meer loslaten. Nooit meer. Dit plekje was voor mij gemaakt.

Ik heb geen idee hoe we uiteindelijk bij onze tafel terecht zijn gekomen, maar we zaten tegenover elkaar. Onze handen lagen verstrengeld in het midden van de tafel en we grijnsden tot het pijn deed. Maar ik voelde niets. Of ja, ik voelde mijn telefoon trillen in mijn handtas die op mijn schoot lag. Tegelijkertijd hoorde ik bij Noah een bekend ringeltje afgaan. We lazen allebei ons bericht en grijnsden weer naar elkaar. Noah draaide zijn telefoon naar mij toe zodat ik het bericht kon lezen, waar hetzelfde in stond als de mijne: “Onze krielhaan heeft eindelijk zijn hennetje. Wij wensen jullie een hele fijne avond toe!”. Alleen stond er bij mij nog een extra zin: “Ik neem aan dat ik niet meer bang hoef te zijn voor jouw moordneigingen?”.

‘Moordneigingen?’ vroeg Noah, toen hij mijn bericht las.

‘Aangezien ik deze date helemaal niet wilde, heb ik Saskia gewaarschuwd dat ik na vanavond best in staat zou kunnen zijn om haar te vermoorden.

‘En heeft ze gelijk?’

‘O ja! Alhoewel ik een wurggreep uit blijheid niet kan uitsluiten.’

Er verschenen twee kuiltjes in Noahs wangen en mijn maag maakte een buiteling bij de gedachte dat mijn wens om die allebei een keer te kussen, binnenkort zou uitkomen. Noah zat nog wat te rommelen op zijn telefoon en ik fronste. ‘Wat doe je?’

‘Ringtone van John Legend zoeken.’

‘O, die heb ik wel. Zal ik hem naar je toesturen?’

Met een ruk keek Noah op. ‘Waarvoor heb je die?’

‘Nou, ik wilde hem gebruiken voor als ik-’ verder kwam ik niet, omdat Noah over de tafel heen boog om mij te kussen. Hier zou ik heel makkelijk aan kunnen wennen.