Hoofdstuk 1

 

'Ja, ja, ik kom al!’ De bel galmde nog door tussen mijn oren, toen het werd bijgestaan door een aanhoudend gebonk. ‘Ik zeg toch al dat ik kom. Probeer m’n deur heel te laten, wil je?’ Ik pakte de deurkruk vast en aarzelde. 'Kenneth, ben jij dat?'

'Nee, ik ben het.'

'Terry?' snel opende ik de deur. 'Wat doe jij nu hier op dit tijdstip? Is er iets met Gwen?'

'Nee, er is niets met Gwen. Of eigenlijk wel, maar anders dan jij denkt.'

Ik deed ongewild een stap opzij, toen hij de deur verder open duwde en langs me heen naar binnen stapte. ‘Kom vooral verder.’ Goed, Terry kwam hier dan wel regelmatig over de vloer, maar niet zonder Gwen of als Kenneth er niet was. Ik volgde hem naar de woonkamer en sloeg hem gade terwijl hij heen en weer liep. 'Wat is er in vredesnaam aan de hand, Terry?'

Hij bleef voor me staan en zwaaide met een foto voor mijn gezicht. 'Weet jij hiervan?'

Ik fronste, terwijl ik probeerde de glimp van het bewegende beeld te plaatsen. 'Is dat een echo?'

'Ja. Weet jij ervan?'

Hoe moest ik dat nu weer weten? 'Ik heb geen idee waar je het over hebt. Van wie is die echo?' Toen ging er een lampje bij me branden en mijn ogen werden groot. 'O! Is die foto van Gwen? Is ze zwanger? Krijgen jullie een baby?'

'Ja, ja en néé!'

Zijn uitbarsting duwde mij een stap naar achteren en ik knipperde met mijn ogen. 'Wat bedoel je?'

'Deze baby…' hij zwaaide weer met de foto. 'Is niet van mij.'

Ik stootte een lach uit, zo belachelijk waren zijn woorden. Maar hij perste zijn lippen op elkaar, zo hard dat alleen nog maar een streep zichtbaar was waar zijn lippen zouden moeten zitten. 'Ik… ik snap het niet. Hoezo is de baby niet van jou?'

Hij tikte wild met zijn vinger op de tekst onder de foto.

Ik griste de foto nu uit zijn hand. "Zes weken à 9 mei min zes weken = 28 maart!" las ik mompelend op. 'De baby is op 28 maart verwekt. En dus?'

Terry rolde met zijn ogen. 'Toen was ik niet thuis.'

'Dat soort tests zijn nooit honderd procent. Het kan een paar dagen afwijken.'

Terry’s mond vertrok. 'Ja, ware het niet dat ik toen anderhalve week weg was en deze datum in het midden van die periode valt. De baby is níet van mij, Grace.'

'Maar… maar dat kan niet! Gwen zou jou dat nooit aandoen!' Ik legde een hand op zijn arm. 'Het moet een misverstand zijn, Terry, heus.'

'O nee, Grace, het is geen misverstand. Waarom heeft ze mij anders nog niet over de baby verteld?'

'Dat weet ik niet, ma-'

'Houd op!’ Hij schudde mijn hand van zijn arm, waardoor deze dom in de lucht zweefde. ‘Stop met je zus te verdedigen, Grace.’

Ik keek weer naar de foto en liet mijn vinger over die zwart/witte vlekken gaan, volgde de vorm van dat prille wezen dat nauwelijks te onderscheiden was. Er moest een verklaring zijn. Mijn zus kon niet…

‘Ze doet dit trouwens niet alleen mij aan…'

Ik keek op toen hij zijn zin niet afmaakte.

'Ze doet dit ook jóu aan.'

'Wat bedoel je?'

'Dit kind…' hij wees met zijn vinger op de foto. 'Is van jóuw man.'

Ik hapte naar adem en mijn wenkbrauwen schoten naar elkaar toe. De foto verkreukte in mijn hand. 'Hoe durf je! Hoe dúrf je, Terry! Eerst beschuldig je mijn zus en nu beschuldig je ook nog mijn man?'

'Ik beschuldig niemand, ik vertel alleen de waarheid.'

Ik schudde met mijn hoofd. 'Nee! Nee, ik geloof je niet.'

'Waar is Kenneth nu?'

'Hij moest extra werken.'

Terry trok een wenkbrauw op en het liefst zou ik op dat moment de arrogantie van zijn gezicht slaan. 'O ja? Weet je dat zeker? Ik durf het zeer te betwijfelen.'

'En waar zou hij anders moeten zijn?'

'Bij jouw zus.'

Haar zus… hij zei niet eens meer "mijn vrouw", nee, Gwen was alleen nog "haar zus". Hij had haar blijkbaar al afgeschreven. Veroordeeld en terechtgesteld. Maar ik zou niet toegeven. Ik zou niet toelaten dat de twee mensen waar ik zoveel van hield, door hem door het slijk zouden worden gehaald en kruiste mijn armen voor mijn borst.

'We kunnen de proef op de som nemen.'

'En hoe dacht je dat te doen?'

'Ik bel Gwen op en zet de telefoon op de speaker. Zodra zij opneemt, bel jij Kenneth. Eens zien of we jouw beltoon daar horen afgaan. Hij gebruikt toch het liedje "My endless love" voor jou?'

Ik klemde mijn kaken op elkaar en negeerde zijn spot.

'Kom op, Grace. Als jouw lieve zusje en jouw o, zo trouwe man zo onschuldig zijn, kunnen we dit best doen. Als ik het fout heb en we horen zijn telefoon niet afgaan, dan vraag je hem gewoon hoe laat hij thuiskomt.’

Ik vernauwde mijn ogen en hief toen mijn kin op. 'Prima!' Ik zou hem leren, met zijn arrogantie en wantrouwen. Hoe kon hij zulke dingen denken over de vrouw van wie hij hield? Hij was gewoon een man met twee persoonlijkheden en dan te bedenken dat ik… resoluut schudde ik de gedachte weg en pakte mijn mobiel van de tafel. Terry draaide intussen Gwens nummer en zette hem op de speaker. Zodra Gwen opnam, gaf Terry een knikje en ik drukte op de sneltoets voor Kenneth.

'Hallo Gwen.'

De blik in zijn ogen was net zo kil als de klank in zijn stem en een rilling trok over mijn rug.

'O, hoi Terry.'

Onze ogen vochten met elkaar over wie er gelijk zou krijgen en Terry wilde net iets zeggen, toen op de achtergrond Lionel Richie zijn stem liet horen. Ik slaakte een kreet en de telefoon viel met een zachte plof op het tapijt.

'Hallo?' klonk het zacht vanaf de grond. 'Grace, ben jij dat?'

De stem klonk in echo en ik moest mijn hand voor mijn mond slaan om niet te gaan schreeuwen.

'Terry?' klonk Gwens stem nu. 'Wat gebeurt daar? Hoor ik Grace? Ben je bij haar?'

'Inderdaad. Je zus wilde niet geloven dat jij in verwachting bent van haar man, dus ik heb haar uitgedaagd om jullie te bellen en te zien of we haar beltoon, die Kenneth voor haar heeft, zouden horen overgaan. Ik geloof dat ik de weddenschap heb gewonnen. O, en Gwen: doe geen moeite om je naar huis te haasten. Ik zal niet op je zitten te wachten.' Toen verbrak hij de verbinding en zette de telefoon gelijk uit.

De weddenschap gewonnen… Terry's woorden dreunden door in mijn hoofd en mijn benen veranderden in rubber. Mijn blik ging naar de bank, maar dat zou ik nooit halen. Ze begaven het. Grote genade! Mijn hele leven was net in een paar minuten ingestort en hij kon het alleen maar als een weddenschap zien.

'Grace?'

Zijn stem klonk als een botte ijzerzaag die koste wat kost zijn werk moest afmaken. Wat had ik hem aangedaan?

'Ik weet niet waarom je zo aangedaan bent,' gromde hij. 'Het is allemaal je eigen schuld, weet je.'

Haar eigen schuld? Nu keek ik wel naar hem op. Zoveel haat had ik nog nooit in iemands ogen gezien. Maar er was nog iets, iets waar ik mijn vinger niet op kon leggen. Of wilde ik het niet zien, omdat het niet klopte met zijn houding?

'Ja, kijk maar niet zo onschuldig! Kenneth klaagde er weleens over dat jij nooit thuis was. Geen wonder dat hij voor je zus is gegaan toen. Dat doen mannen, weet je, als ze hun trekken niet thuis kunnen krijgen.'

Een golf van misselijkheid overspoelde me en het zuur zocht zich een weg omhoog. Snel sprong ik op en rende naar de wc, dankbaar dat mijn benen weer enige dienst deden. Net op tijd tilde ik de deksel op, waarna het weinige eten van de dag zich naar buiten kwam. Uitgeput en zachtjes hijgend, liet ik mijn hoofd op mijn gekruiste armen rusten, nog steeds boven de wc hangend.

'In vredesnaam! Spoel op z'n minst door als je niet van plan bent nog op te staan!'

Ik schoot verschrikt overeind toen er een laag, brullend geluid klonk en de spetters in mijn gezicht sprongen. Met een woedende blik keek ik naar hem op en pakte wc-papier om mijn gezicht droog te vegen. Mijn mond vertrok vol walging en kwam met trillende benen overeind. Ik dwong mezelf langs hem heen naar de keuken te lopen en verwelkomde het koude water in mijn gezicht. Kenneth en Gwen. Gwen en Kenneth. Een baby. Ik pakte een schone handdoek uit de kast en zag het doek bewegen alsof er een aardbeving plaatsvond. Even aarzelde ik om er mijn gezicht mee te drogen, maar wat maakte het eigenlijk nog uit? Ik wilde mijn mond spoelen, maar durfde geen glas te pakken uit angst het te laten vallen. Nog meer scherven. Ik opende de kraan weer, maar de nasmaak kreeg ik niet weggespoeld. Toen drong het tot me door dat de telefoon overging en dat hij dat al een tijdje deed. Fronsend keek ik rond.

'Ja, neem maar snel op. Jouw onschuldige echtgenoot heeft inmiddels waarschijnlijk wel een excuus bedacht.'

Ik ademde scherp in en vernauwde mijn ogen. 'Wat doe jij hier eigenlijk nog? Je hebt gedaan waar je voor bent gekomen: je hebt mij laten zien dat ik ben bedrogen door mijn man en mijn zus en daar bovenop heb je me vernederd zo goed als je kon. Waarvoor ben je hier nog? Wil je mijn ellende blijven aanzien? Geniet je ervan?' Bij elke zin deed ik een stap dichter naar hem toe en nu ik voor hem stond en in zijn minachtende blik keek, kon ik me niet meer inhouden. De klap klonk hard door de stille ruimte en echode na door mijn hoofd. Ik hapte naar adem en deed een stap naar achteren. Terry voelde aan zijn wang en nam me toen met toegeknepen ogen in zich op. 'Zo, zo.' Hij zei het zacht, als een mes dat langs een slijpsteen werd gehaald. En opnieuw. 'Dus dat speelt ook nog mee. Geen wonder dat Kenneth je niet meer wil.'

De tranen sprongen in mijn ogen en het liefst wilde ik hem opnieuw slaan, maar die overwinning gunde ik hem niet. De triomf van haar tranen gunde ze hem echter al helemaal niet. 'Ga weg!' Ik stormde langs hem heen naar de gang en gooide de deur open. 'Opdonderden! Ik wil je nooit meer zien!'

'Mooi! Dat hebben we dan gemeen.' Hij liep met lange, harde passen langs me heen, alsof hij niet kon wachten om te verdwijnen. In de deuropening bleef hij nog even staan. 'Weet je, Grace, dit is niet het einde van de wereld. Wees blij dat jullie in ieder geval nog geen kinderen hebben.’ Slijp, slijp. Mijn hand ging onbewust naar mijn buik en ik voelde hoe het zich samentrok. Toen stak hij toe. ‘Maar ik zal je een tip geen voor als een man ooit nog zo stom is om met jou een relatie te willen aangaan: geef hem aandacht en besteed niet zoveel tijd buitenshuis, dan blijft hij misschien van andere vrouwen af.'

Ik kon niet meer wachten tot hij helemaal buiten was. Ik greep de deur stevig vast en terwijl hij nog met één voet binnen stond, smeet ik de deur tegen hem aan. Terry gaf een gil en struikelde voorover, waardoor ik de kans kreeg om de deur dicht te slaan. Ik draaide de deur snel op slot en terwijl mijn hart in mijn keel klopte en het bloed door mijn oren suisde, wachtte ik af.

'Geen wonder dat hij je niet wil!' riep hij en toen hoorde ik hem weglopen. Nou ja, lopen: lang, kort. Lang, kort. Het gaf echter geen enkele voldoening. Wankelend liep ik naar de trap en liet me daarop neerzakken.